Op het programma van het slotconcert van La Pellegrina staan twee cantates.
Van de componist J.S. Bach wordt uitgevoerd: Cantate ‘Aus der Tiefe’ (BWV 131).
Van de componist D. Buxtehude wordt uitgevoerd: Cantate ‘Jesu, meines Lebens Leben’ (BuxWV 62).
Toelichting op het programma.

Toen Johann Sebastian Bach 20 jaar oud was, wilde hij graag naar Dietrich Buxtehude toe – een ervaren musicus van 68 jaar.
Johann was organist van de Bonifatiuskerk in Arnstadt. Dietrich Buxtehude woonde en werkte in Lübeck, en was organist van de Marienkirche aldaar.
De plaatsen Arnstadt en Lübeck liggen ongeveer 400km uit elkaar …
Johann vroeg zijn werkgever om 4 weken verlof, en ging te voet naar Lübeck.
In de Marienkirche in Lübeck waren de Abendmusiken te beluisteren, en Johann leerde zo de muziekstukken van Dietrich Buxtehude kennen.
En in plaats van 4 weken bleef hij 4 maanden weg!
Na terugkeer was zijn werkgever ‘ontstemd’, maar toen men hem weer in de Bonifatiuskerk hoorde spelen, was het duidelijk dat hij heel veel had bijgeleerd!

De cantate Aus der Tiefe (BWV 131) van Johann Sebastian Bach is gedateert 1707 of 1708, dus betrekkelijk kort na zijn bezoek aan Lübeck.
De tekst van deze cantate is ontleend aan Psalm 130 uit de bijbel.
De cantate Jesu, meines Lebens Leben (BuxWV 62) van Dietrich Buxtehude is gedateerd 1671-1676 ongeveer.
De tekst van deze cantate is een gedicht van Ernst Christoph Homburg.